zaterdag 29 augustus 2009

Brief uit Kaduna, Nigeria, 29 maart 1996

Ik kan je brief niet zo gauw vinden, dus ik kan niet op eventuele vragen ingaan. Ik herinner me wel dat je niet naar Nigeria wilde komen vanwege Shell en pijpen en zo. Nou dan kan ik je geruststellen, ik heb hier in Kaduna nog nooit een spoor van Shell gezien, dus daar hoef je niet voor weg te blijven. En pijpen? Hoe bedoel je dat eigenlijk?


Die oliebronnen zijn allemaal in het zuiden, in het gebied rond Port Harcourt en op zee. Vroeger heette het daar Biafra. In Port Harcourt zijn ook wat raffinaderijen en daar wonen duizenden Shell-ers. Maar ook daar val je niet over de pijpen maar kun je volop genieten van de weelderig groene natuur, prachtige rivieren en bounty-eilanden. Hier is het niet zo groen, zeker niet nu het al 5 maanden niet meer geregend heeft. Ik geloof dat je het hier een savannelandschap moet noemen, veel struiken en om de 50m een boom. Het land is vrij vlak, af en toe eens een graniet-rots van 100-200m die er bovenuit steekt en hier en daar een rivier. Zo'n 250km naar het noorden begint de sahel: een stuk minder begroeid en soms al een beetje woestijnachtig. Ik ben gisteren nog in Daura geweest, vlak bij de grens met Niger en daar zag ik een kameelkaravaan langs komen, bepakt met wie zal het zeggen en op weg van misschien wel Timboektoe naar Kano.

De natuur is hier zeker niet zo spectaculair als in O.Afrika en de wilde dieren zijn (behalve in een paar game reserves) bijna allemaal uitgemoord en je zult hier nooit miljoenen toeristen zien, maar dat wil nog niet zeggen dat er niets interessants te zien en te beleven is. Nigeria heeft een hele slechte reputatie in de wereld maar dat is maar ten dele terecht. Bij Bangladesh denkt iedereen aan dat arme landje met die lieve, vriendelijke, zielige mensen, maar pas op. Het zijn allemaal achterbakse, schijnheilige sjachrijnen, je ziet nooit iemand lachen, dat is bij de wet verboden. Minderheden hebben het enorm moeilijk en worden door de Bengalen schandalig en genadeloos behandeld. Vrouwen hebben het helemaal slecht en zijn volkomen rechteloos. Als je dat vergelijkt met het vrolijke, opgewekte Nigeria, waar 200 stammen probleemloos met elkaar omgaan, waar christenen en muslims elkaar geen strobreed in de weg leggen en waar de vrouwen heel zelfstandig zijn en alle kansen krijgen, vaak hoge functies hebben of een eigen bedrijf en vrijwel overal als een gelijke worden behandeld.
Van die militaire dictatuur merk je niet veel. De generaals willen geld en rust in het land om ongestoord hun oliedollars binnen te kunnen harken. Je ziet nooit een militair op straat en tenzij je een crimineel bent of een politieke dwarsligger, kun je je hier absolute vrij voelen. Heel anders dan in het overvolle en overgereguleerde W. Europa waar je officieel vrij bent maar waar het barst van de wetjes en regeltjes of anders wel van de taboes. Een beetje een spiegelbeeld van Nigeria: de hele en halve criminelen kunnen bij jullie zo ongeveer doen wat ze willen en de brave burger wordt door 1000 regels en wetten gedwarsboomd en tegelijkertijd door de belasting uitgekleed. Ik vertel hier wel eens over melk-, vis- en mestquota of bv dat je vergunning moet vragen om een raam in je eigen huis te bouwen of om je eigen boom om te zagen, of dat de gemeente je voorschrijft welke kleur je je eigen voordeur moet schilderen, en ik kan jullie verzekeren dat ze dan medelijden met ons hebben. Dus ook onze vrijheid is, net als bijna alles, maar relatief. Volgens een collega leef je hier in de vrijheid van de dictatuur en leven jullie onder de dictatuur van de democratie.

Je mag hier bijna doen wat je wilt en niemand bemoeit zich met je als je niet wilt of roddelt over je. Héél anders dan in dat klote-Bangladesh, waar iedereen iedereen in de gaten houdt. Mijn zus zei het ook, ze wil niet naar Nigeria komen, maar als we weer in Bangladesh zitten komen ze meteen. Stom. En we zitten zo mooi hier, mooi groot huis, vier paarden, polo-, golf-, rugby- en Zaki club. Diverse restaurants waaronder de "Jacaranda" van onze buren, het bekendste en waarschijnlijk beste restaurant van het land. Dat ligt een half uurtje rijden buiten de stad, mooi aangelegde tuin, een winkel met Afrikaanse kunst en een pottebakkerij.

We zijn pas ook een paar dagen naar het Yankari reservaat geweest, waar we hele kudden olifanten, water- en bosbokken, apen en krokodillen hebben gezien. De leeuwen hebben we helaas gemist.

En de moord op Ken Sarowiwa? Ja, die was lastig voor de generaals en dan wordt hij uit de weg geruimd. Dat is een Afrikaanse oplossing, niet typisch Nigeriaans. Die hetze in de hele wereld tegen Nigeria heeft een hoog schijnheiligheidsgehalte. Noem me maar eens één land in Afrika waar het niet voorkomt dat politieke tegenstanders uit de weg worden geruimd. Dan denk bv nog maar eens aan onze (vroegere) heldin Winnie Mandela, die een paar 12-jarige jongens heeft laten vermoorden na ze persoonlijk gemarteld te hebben. En die loopt niet alleen vrij rond maar heeft nog miljoenen aanhangers en nog steeds hoge functies in Nelson's partij.

Zo, dat was even wat PR voor Nigeria.

Maar hoe goed we het hier ook naar de zin hebben, als je hier moet werken dan is toch niet alles zo leuk. Dan loop je vaak tegen een grenzeloze corruptie en onbetrouwbaarheid op van allerlei overheidsdiensten zoals het telefoonbedrijf en word je vaak op een schaamteloze manier uitgekleed. Vertrouwen kun je helemaal niemand en als je ze in dienst hebt dan worden veel van die vrolijke, opgewekte, gastvrije Nigerianen ineens luie, strontvervelende leugenaars, dieven en oplichters.


Had ik al gezegd dat we vijf jonge konijntjes hebben? Ze zijn nu een week of twee oud en zien er schattig uit. Die beestjes zijn er alleen om te aaien, te vertroetelen en te koesteren. Geloof maar niet dat die ooit de kookpot ingaan. Een paar weken voor kerstmis kochten we een kalkoen, een levende. Ik vind kalkoenen lelijk maar wel lekker. Maar P. vindt kalkoenen mooi en lief. Dus hij kreeg gratie. Ze kocht er zelfs nog twee bij. Ook om te troetelen en al die wandelende kalkoenbouten hebben allemaal gezellig in levende lijve en goede gezondheid kerstmis met ons gevierd.

Als ik vlees wil eten dan moet ik dus iets kopen wat P. niet lief vindt: diepvrieskalkoen bijvoorbeeld of vissen, die zijn ook niet lief. Kippen ook niet en parelhoenders al helemaal niet. Die hebben we gehad maar die maken je helemaal gek met hun stomme gekakel en die zijn dus ter dood veroordeeld.

Vandaag 31 maart, ik ben een dag buiten gevecht geweest met een voedselvergiftiging of zoiets, maagkrampen, misselijk, race-kak, koorts en koppijn, maar vandaag gaat het wel weer. Dat soort dingen heb je regelmatig hier. Wat ernstigs heb ik gelukkig nog niet gehad. Momenteel heerst hier een meningitis- en een cholera-epidemie waar duizenden mensen aan doodgaan. P. heeft al drie keer malaria en één keer tyfus gehad. Onze kok heeft 2 weken met tyfus in het ziekenhuis gelegen. En daarna hebben we die arme jongen meteen ontslagen. Hij had al drie laatste waarschuwingen wegens diefstal gehad en we verdachten hem er sterk van dat hij grote hoeveelheden etenswaar stal, maar konden het niet bewijzen. Maar toen hij in het ziekenhuis lag, bleken we zonder hem nog maar een kwart nodig te hebben van wat we gebruiken met hem erbij. Ik heb hem nog een allerlaatste kans aangeboden als hij zou bekennen en zijn excuses zou aanbieden. Maar dat is voor een Nigeriaan teveel gevraagd. Hij ontkende alles en eiste zelfs excuses van mij vanwege de bezoedeling van zijn goede naam.

Boodschappen doen is hier niet zo simpel als bij Albert Heijn, waar je met je wagentje even langs de rekken wandelt en grijpt wat je nodig hebt. Hier ga je met de auto naar de gloeiend hete central market, parkeert ergens, loopt honderd meter in de gloeiende zon naar de ingang, wurmt je daar door een wriemelende massa naar de aardappelboer, onderhandelt 5 minuten over de prijs, dan wring je je naar de tomatenboer, hetzelfde theater, dan uien, kool, boontjes, en overal slepen, wringen, zeiken over de prijs, allemaal in de drukte en gloeiende hitte. Dat is geen lolletje, en dat vind ik nog het ergste van die diefstallen, niet het geld, maar de moeite die je moet doen en de ergernis om het spul bij elkaar te krijgen.

Ik heb voor het eerst sinds een week of drie weer op mijn Shogun gereden. Die was mank omdat onze guard er te wild mee om was gegaan. Ik weet niet of de Hollandse paarden er tegen kunnen, maar hier worden ze kreupel als je er mee op de verharde weg galoppeert en ondanks twee waarschuwingen had hij dat toch gedaan. En toen vanochtend de paardeknecht Shogun na drie weken weer eens wilde zadelen, had die geen zin meer en beet hem een bloedende wond in de arm en een trap tegen zijn heup. Zodat we nu wel een gezond paard maar een kreupele knecht hebben.

We hebben vier paarden intussen. De laatste aanwinst is Jango, een prachtige, sterke, zwarte, wilde hengst die bij aankomst van een afstand al tegen me brulde en vocht en trapte en beet naar alles wat in zijn buurt kwam. Als je eenmaal in het zadel zit is het een ideaal rijpaard, maar hoe kom je er op? En er weer af?

Daar hebben we het volgende op gevonden. Ismaila, de paardeknecht, zadelt het paard en leidt hem naar de guaveboom. Daar ben ik inmiddels met rijlaarzen aan ingeklommen en vanaf een laaghangende tak laat ik me in het zadel zakken. Dan zet ik Jango in de eerste versnelling en rij weg.
Bij thuiskomst pakt Ismaila hem vast en maak ik vanuit het zadel een enorme sprong waardoor ik veilig buiten de trap- en bijtcirkel van Jango beland.

1 april: Ik lig al een paar maanden enorm overhoop met een Engelse aannemer. Wat een arrogante kwal. Ik heb het toch al meestal niet zo erg op Engelsen, maar deze slaat alles. Weet niet dat de koloniale tijd al 35 jaar voorbij is en gedraagt zich alsof hij persoonlijk Her Majesty vertegenwoordigt.

Verder hebben we Nigeriaanse, Libanese, Griekse en Italiaanse aannemers. Bijna allemaal prima kerels waar ik geen enkel probleem mee heb.

2 april: We gaan pasen vieren in Enugu, een dag rijden naar het zuiden. Een ex-collega woont daar heel mooi aan een meer schijnt het en heeft ons uitgenodigd. Het moet daar mooi groen en heuvelachtig zijn.
Het is een mooie ochtend vandaag: zon, windstil, blauwe lucht en pakweg 23 graden. Op de wereldomroep hoorde ik dat het bij jullie 5 graden zal worden vandaag. Heerlijk. Verder wordt er op de radio voornamelijk over gekke koeien gepraat. Een Engelsman vertelde me dezer dagen over een slager in Manchester die ter geruststelling van zijn klanten met grote letters op zijn etalageruit geschreven had: "There's only one mad cow in this house, and that's the wife!".

Ik kom net terug uit Lagos. Ik heb daar een avond en een ochtend doorgebracht, te kort om een eindrapport te kunnen uitbrengen, maar het lijkt me dat die stad volkomen waanzinnig is. Onveilig in elk geval. Op het vliegveld, ik had geboekt voor een vlucht om 13 uur, vertelden ze me aan de Nigeria Airways balie dat de vlucht gecancelled was, dat er misschien om 18 uur nog een vlucht was, maar dat ze me wel op een chartervliegtuig met politici en militairen konden krijgen. Kostte me wel $20 extra. Klonk heel overtuigend en ik ging er op in. Alleen, ik wilde pas betalen als ik zeker was van de vlucht. En toen werden ze een beetje agressief en daarom begon ik onraad te ruiken en vroeg naar de general manager. Toen namen ze ineens met minder genoegen en drongen aan om me naar het vliegtuig te brengen, onderweg steeds om geld vragend, maar daar aangekomen zag ik dat het mijn eigen lijnvlucht was en toen zei ik vrij onbeleefd, want ik was kwaad, dat ze naar de hel konden lopen en dat ze nog geen kobo van me kregen en toen zeiden ze een paar heel onbeleefde dingen terug die ik gelukkig niet verstond en toen had ik weer een lesje geleerd: vertrouw ze nooit. Maar ik moest wel lachen toen ik even later een jong, blank, aan de kleur te zien vers koloniaaltje zag dat door diezelfde boeven tot aan de vliegtuigtrap werd geleid. Die had dus wel betaald en had niet eens in de gaten dat hij genaaid was.

Koude kip - gedeelte van een brief uit Kaduna - 6 juni 1996

kuikentjes onder de schemerlamp

Hoe het met ons gaat: prima, hier en daar een malariaatje of een tyfusje, dagelijks een portie diefstal en bedrog, regelmatig eens een kok, chauffeur of paardeknecht eruitgooien, kortom, ik ben hard aan vakantie toe. Het personeel hier in huis is een ramp, deze week de kok/steward en de paardeknecht ontslagen. Eigenlijk willen ze allemaal alleen maar slapen en verder wil er geeneen naar een vrouw luisteren, dus P kan praten en dreigen wat ze wil, niemand neemt haar serieus.

Van de week weer veel overlijdensberichten: twee kalkoenen aan een virusziekte, een konijntje, per ongeluk door mij gewurgd toen ik zijn pootje aan het verzorgen was en een stuk of wat kuikentjes, nat geregend en onderkoeld.

Dat was een drama met die kuikentjes. Twee kippen lopen elk met een zwerm kuikentjes door de tuin. Eén heeft er twaalf en de ander acht. Zondagochtend heeft het urenlang geregend en toen ik op het einde van de middag even buiten kwam (ik was ziek), zag ik nog maar vier kuikentjes. Eerst dachten we dat ze door roofvogels opgevreten waren, maar even later vond tuinman Ismaila er 16 dood liggen.

Toen hij ons er bij haalde merkten we dat er een paar nog een beetje bewogen als je ze aanraakte. Ze waren ijskoud maar er zat dus nog leven in. Ik had ze al opgegeven, maar Ismaila maakte een vuurtje en daaraan hebben we ze eerst een half uur of zo opgewarmd. Vier waren zo dood als een pier, maar de rest kwam langzaam weer tot leven. Daarna de generator gestart en de overlevenden in een afwasbak onder een schemerlamp gelegd. Drie haalden het niet en bliezen alsnog hun laatste adem uit, maar 's avonds hebben we er toch negen weer aan de mama-kippen terug kunnen geven. Ongelooflijk, toen we ze vonden waren ze net zo koud als een Friki kip bij Albert Heyn in het koelvak.

Een paar van die kuikentjes had ik zelf ter wereld gebracht. Eén van die kippen zat op 12 eieren te broeden en toen er na een week of drie broeden 8 uitgekomen waren, was ze het zat en stapte op, vier vondeling-eitjes alleen achterlatend. Die heb ik toen naar binnen gehaald en verder gebroed met de warmte van mijn eigen handen en met een schemerlamp. De volgende ochtend waren er twee aangepikt, maar verder kwamen ze niet, het schoot maar niet op en de 8 broertjes en zusjes liepen al twee dagen door de tuin te piepen en te dartelen. Daarom heb ik zelf die schaal maar verder opengebroken, de natte propjes veren eruit geschud, onder de lamp gedroogd, ze een spoedcursus piepen en dartelen gegeven en daarna stiekem onder mama gedeponeerd.

Brief uit Kaduna, Nigeria, 2 april 1996

Jango
We hebben een nieuwe hobby: paardrijden. Dat leek me wel een leuk alternatief voor skiën, klimmen, wandelen en allerlei andere leuke bezigheden waar ik hier niet aan toe kom. En bovendien houdt het me van de straat en uit de kroeg en de disco. Dat rijden was nog niet zo makkelijk in het begin, we hadden allebei nog nooit op een paard gezeten en die zijn behoorlijk hoog en wiebelig. In het begin durfde ik alleen heel voorzichtig stapvoets. Als mijn paard ging draven stuiterde ik er steeds bijna af en klemde me krampachtig aan het zadel vast. Galopperen durfde ik al helemaal niet, maar op een gegeven moment vond ik toch dat ik daar doorheen moest. Maar toen durfde mijn paard het niet meer met mij aan, wat weer tot dolkomische taferelen leidde: ik angstig op mijn knol en mijn paarde-knecht, op een ander paard met een stok er achteraan, mijn paard op zijn kont slaand om hem aan het galopperen te krijgen. En als dat dan eindelijk eens lukte dan schrok ik daar zó van dat ik meteen aan de teugel rukte om hem weer af te remmen.

Het publiek dat altijd op de poloclub rondhangt kwam natuurlijk niet meer bij.

Maar na een maand of zo aanmodderen hadden we het aardig onder de knie en nu flitsen we elke dag door de bush. Vier mooie hengsten hebben we. OK, een beetje veel dat geef ik toe, maar er is er meestal wel een die wat mankeert en dan pak je gewoon een andere. En ze zijn heel goedkoop, de duurste kostte f700, maar ik heb ook een mooi paard gekocht voor f200.

We hebben hier alle westerse luxe in huis, een TV met een stuk of zes internationale stations, ik kan de hele dag Radio Nederland Wereldomroep ontvangen, bellen of faxen met Nederland is meestal geen probleem, we scheuren met 120 km/u door het land in airconditionede limousines en overnachten in luxe hotels met airconditioning en CNN op de kamer. Klinieken met redelijk goede doktoren zijn er in bijna elke straat, je hoeft hier niet het gevoel te hebben dat je in de rimboe zit.

En als ik dat vergelijk met mijn eerste uitzending naar Somalië in 1976, dan is er een hoop veranderd. Communicatie was toen onmogelijk, als je het land in moest, dan moest je alles meenemen: eten, drinken, gas, kookpotten, kok, medicijnen, etc, en dan pakte je dat in een oude landrover en dan hobbelde je daarmee dagenlang door de bush over bonkige "wegen", door droge rivierbeddingen, door gebieden waar ze nog nooit een blanke gezien hadden, geen dokter, geen apotheek, geen drinkwater, geen eten. Toen beleefde je nog echt een avontuur. En als je dan na een maand of zo weer in de hoofdstad terecht kwam en een warm bad kon nemen en daar dan een uur lang in kon liggen weken, dan was dat het mooiste en lekkerste op de hele wereld. Ik zou nog wel eens zo'n tocht willen meemaken.

23 april intussen.

We hebben een papa en een mama-konijn en vijf jonge konijntjes. Die kleintjes heb ik gisteren eens nagekeken en ze zaten allemaal vol maden. Een vlieg legt zijn eitjes in de grond en na een tijdje komen daar dan kleine maden uit. En als dan bv een konijn daar wat graaft dan springt zo'n kleine made op dat konijnepootje, bijt er een gaatje in, wurmt zich naar binnen en gaat dan in een holletje onder de huid lekker konijn zitten eten tot hij dik en vet is. Dan verpopt hij zich en even later komt er een dikke vlieg uit. Het konijntje blijft wel leven maar dat is natuurlijk geen lekker gevoel, zo'n ondergrondse vlieg. Er zit dan een dikke bobbel onder de huid en als je daar flink op drukt komt er eerst een klodder etter uit en dan plop, net als een baby uit een ..., een wit-achtige vette made van zeker 1.5 centimeter lang. En er blijft een etterige wond achter die je goed moet ontsmetten. Ik heb er zo zeker tien uitgeknepen. Arme beestjes (die konijnen).

Mensen moeten ook uitkijken. Als er was op de lijn hangt te drogen dan hebben die vliegen er een handje van om daar ook eitjes in te leggen en zo'n larfje dat dan bv in je borstrokje uitkomt maakt het niks uit om in plaats van konijn voor de verandering eens mens te eten. Daarom moet je was altijd goed strijken: om de vliege-eitjes te braden.

En dat is maar één voorbeeld van parasieten die hier voorkomen. Drie jaar geleden hadden we hier een ecologe op het project die je alles kon vertellen over akelige ziektes en parasieten. Ik herinner me nog een 20 cm lange worm die op en neer verhuist tussen je longen en je darmen en dus af en toe via je keel en je mond passeert. Of wormpjes die in je ogen gaan zitten en die je af en toe vóór je pupil langs ziet komen zwemmen. Viva Afrika.

We zijn onlangs weer naar het Yankari reservaat geweest waar we o.a. olifanten hebben gezien. We hebben natuurlijk een fantastisch leven hier: veel simpeler dan in NL, altijd schitterend weer, prachtig huis, VIP behandeling waar je ook komt, overal bedienden, alles wordt voor je gedaan, je hoeft maar te roepen: "Simon bring beer" en 2,8 seconden later heb je het lekker koud en schuimend vóór je staan, of: "Abdul, saddle the horses" en 1 minuut later hoef je alleen maar op te stappen en dan reikt de paardeknecht je nog het rijzweepje aan. Maar toch ben ik op het moment een beetje Nigeria-moe. Er zijn twee dingen die hier een schaduw over mijn geluk werpen: gezondheid, regelmatig grotere en kleinere ziektetjes en ten tweede de continue strijd met het personeel. Hoe aardig Nigerianen op straat, op de markt of in de club ook zijn, als je er mee moet werken is het een ramp: "er met de pet naar gooien" moet hier in Nigeria uitgevonden zijn. En stelen als raven en liegen alsof het gedrukt staat, (bijna) niemand is te vertrouwen, alles moet je afsluiten. Elke dag vechten tegen leugens, diefstal en oplichting. Overal en altijd oppassen omdat iedereen probeert je op te lichten. Vermoeiend en frustrerend. Het wordt tijd voor een nieuw avontuur in een nieuw land.

zaterdag 13 juni 2009

Brief uit Kaduna, Nigeria, 4 november 1995

Ik zit sinds half augustus weer in het goede oude Kaduna, ergens in het midden van Nigeria. Het is zaterdagavond half negen, een lekkere koele avond, en ik zit te tikken op de veranda. Links van me staat een vogelkooi met daarin drie kleine papegaaitjes die van kwaadheid tegen me zitten te grommen. Ik stoor hun nachtrust denk ik. In hun hok achter in de tuin, vlak bij de bananenplantage slapen vredig de kippen en parelhoenders (nadat ze de afgelopen nacht zijn aangevallen door vleesetende mieren, die er één van kant gemaakt hebben, maar de tuinman heeft vanmorgen het mierennest uitgeroeid) en het paard dat ik vandaag gekocht heb staat nog wat gras te knabbelen onder de grapefruitboom. De hond ligt trouw te waken voor de poort en mijn echtgenote is bezig een campari-soda voor me klaar te maken. Mijn job hier is enorm leuk om te doen, we hebben een gezellig team hier, Kaduna is een prima stad, je zou kunnen zeggen dat ik volmaakt gelukkig ben hier. Maar eens zien hoe lang het duurt voor er door iemand of door iets roet in het eten wordt gegooid. Zo, even een deken over de papegaaiekooi gegooid. Dat gegrom van die beesten gaat me op mijn zenuwen. Alles in Afrika is groot, de olifanten en de leeuwen natuurlijk, de slakken, bijen, vlinders, wespen, kortom alle insekten, de vleermuizen enz enz, alleen de muizen en ratten zijn kleiner dan bij ons (jullie). Er lopen hier een paar ratten over de veranda die maar iets groter zijn dan onze muizen en er loopt ook het schattigste muisje rond dat je je kunt voorstellen, zo groot als een meikever, met een klein staartje, zacht velletje, spits snuitje en lieve kraaloogjes. Ze komen 's avonds om het voer te vreten dat de papegaaien geknoeid hebben en ik zit ze dus in de weg. Ik wilde vandaag voor het eerst een stukje op mijn paard gaan rijden, maar ik wist niet hoe het bit/hoofdstel/teugels er op moet. En wat erger was: mijn paardeknecht wist het ook niet. Morgen toch maar een andere zoeken. Ja, die mieren dat zijn moordenaars hier. Bij een collega hebben ze de afgelopen nacht twee vogels in zijn volière gedood en helemaal opgevreten. Was vanmorgen alleen een geraamte van over. Zelfs zijn paarden heeft hij moeten evacueren uit de stallen omdat ze daar aangevallen werden. Ik heb wilde collega's hier. Die met die vogels dat was een wilde, maar het gekste heeft toch een 66-jarige kerel het gemaakt. D., een gepensioneerde die af en toe free lance voor ons werkt. Een tijdlang elke nacht een andere jonge meid, daarna vaste verkering met trouwplannen maar toen ze eens één keer 's avonds niet van bil wilde, schopte hij haar er meteen uit. Tenminste dat dacht hij. Maar die dames hier zijn wild en kunnen fanatiek vechten. En het heeft D. dus gebroken flessen, kapot meubilair, een gebroken autoruit, $1500 plus tienduizenden Naira's afkoopsom en emmers angstzweet gekost voordat Linda zich liet afschepen. De volgende dag had D. een nieuwe 20-jarige meid van straat opgepikt, maar wat het voor het bedrijf genant maakt was dat hij haar meenam op dienstreizen en haar aan (vaak zeer islamitische) directeuren van waterleidingbedrijven etc als zijn verloofde voorstelde. De verleiding is ook groot hier, de vrouwen zijn prachtig en bijna allemaal, zelfs schoolmeisjes van 12 jaar al, kijken je met lonkende, uitdagende blikken aan. Als Bature (witneus) ben je hier voor elke dame een aantrekkelijke kandidaat en vergevorderde leeftijd, kwabbelbuik, spataderen, kale kop, houten poot, glazen oog, loop-oor, zakbreuk, zeepknie, jubelteen, kalknagel, vergevorderde seniliteit en noem maar op wat een man nog allemaal aan lichte mankementen kan hebben, spelen daarbij geen enkele rol. Geld is geld en dat stinkt niet. Je loopt hier als man een grote kans een volkomen misplaatst meerderwaardigheidsgevoel op te lopen. Maar gelukkig wordt dat in mijn geval o.a. door jou af en toe weer rechtgezet. Ik heb nu al twee stewards versleten. De eerste had ik nog van een vertrokken collega overgenomen, Simon, een brave jongen, maar helaas té stom en geen enkel idee hoe een Bature het allemaal wil hebben in huis. Mijn collega heeft een Nigeriaanse vrouw en ten eerste kookte en regelde die alles zelf en had alleen een hulpje nodig en ten tweede kon die alleen overweg met een 100% onderdanig type, die niet nadacht maar blindelings deed wat zij zei. Maar bij mij moest hij o.a ook boodschappen doen en dan moet je toch soms nadenken en dat lukte niet zo best. Deed precies dat wat ik hem verteld had om nou net niet te doen. Kwam bv met 200 maggiblokjes en 50 komkommers van de markt thuis en als ik zei "vandaag geen vis, Simon, koop liever maar eens een lekkere kip", dan kwam hij gegarandeerd met een grote vis thuis. Daar was echt geen eer aan te behalen. Maar zijn vrouw Amina vond ik zo mogelijk nog erger. Omdat Simon dat niet kan, kwam zij 's avonds koken en ze vond het zó geweldig leuk om in het huis van een Bature te mogen koken, dat ze continu een enorme smile om zich heenstraalde en dan vervolgens met een gelukzalige glimlach de grootste rotzooi serveerde. En als ik dan zei: "Amina, dit ziet er wel lekker uit, je hebt wel je best gedaan maar het is zó zout dat ik het niet kan eten", dan bleef ze me met die idiote zevende hemel lach aanstralen en zei "sorry sir" maar dat maakte helemaal geen indruk op haar. De tweede was prima, goede kok en manager, wist precies hoe hij een huishouding moet runnen, alleen ... hij stal en dat moet ik toch ook niet hebben. De derde heet weer Simon. Kookt lekker, poetst alles schoon, wast en strijkt prima, is beleefd en zo maar .... heeft ook al twee keer geld gestolen. Heeft dus alweer de laatste waarschuwing gehad. Liegen, bedriegen, oplichten en stelen, daar zijn ze erg goed in hier. Maar daar staat ook veel vrolijkheid, levenslust, gastvrijheid, ruimhartigheid etc etc tegenover, dus per saldo ben ik hartstikke blij dat ik hier zit en niet in dat saaie, kleinzielige, benepen, kleinburgerlijke Bangladesh. Ik heb nog nooit de Sahara zo goed kunnen zien als bij deze reis. Ongelooflijk hoe groot die is. Je schiet er met een vaart van duizend km/u overheen en dan nog duurt het uren: alleen maar geel/bruin zand met hier en daar een rots. Ik kom net terug van een reis van 2 dagen door het noorden van het land. Katsina en Daura, zoek maar eens op waar dat ligt. Ik moet veel reizen hier. Té veel. Die afstanden zijn vreselijk. 7 Uur rijden voor een vergadering zoals nu bv en dan de volgende dag weer terug. We hebben Peugeots 504. Die worden hier nog nieuw gemaakt. Vergeleken met de auto's in Europa zijn het boerekarren maar ze zijn wel degelijk en je krijgt er alle onderdelen voor. Gelukkig zit er airconditioning in anders zou je compleet gaar worden. Kaduna heeft nog wel een aardig klimaat, vooral in de regentijd (die nu op zijn einde loopt) maar het noorden van Nigeria wordt al wat woestijnachtig en daar kan het gloeiend zijn. Je gelooft je ogen niet als je ziet wat hier allemaal aan gammele, scheve, verrotte, roestige wrakken rondrijdt. En daar zitten dan niet zoals bij ons 4 mensen in, maar 10 of zo. Benzine is vorig jaar in één keer 15x zo duur geworden en kost nu 22 cent per liter. Dus dat die 504's zo'n 1 op 6 lopen is geen probleem. Maar voor de mensen hier is het wel een probleem. De economie blijft achteruit hollen, alles wordt veel duurder zodat ze met hun inkomens steeds minder kunnen doen. Het inkomen van een arbeider is trouwens nog geen gulden per dag. Mijn guards krijgen f20 en de kok die ik nu heb krijgt het super-inkomen van f56 per maand. Onze Nigeriaanse ingenieurs krijgen zelfs nog minder, tussen de 30 en 50 gulden. En toch blijven ze er altijd vrolijk bij. Dat vind ik nog het mooiste van dit land, de opgewekte, vriendelijke, gastvrije gezichten die je overal ziet, vooral in de dorpen. Ik ben hier meteen lid geworden van een fitnessclub. Daar beul ik me een keer of 3 per week af, gevolgd door een sauna, borrelbad en/of een massage. Er is bijna geen sport te bedenken die je hier niet kunt doen. Behalve skiën dan.

Brief 2 uit Rangpur, Bangladesh, 17 november 1994

Alles goed met jullie? Hoe het mij gaat? Prima. Op het moment even een verkoudheid maar dat gaat wel weer over.
Ik heb ontzettend veel lol in mijn werk, maar mijn privéleven hier is gewoon klote: geen natuur, geen cultuur, geen uitgaansleven, geen sport en geen vrouwen. Dat wil zeggen, niet van dichtbij. Ik heb er al een paar keer eentje op bezoek gehad en ben ermee naar het stadstheater geweest, maar: altijd minstens één broer erbij. Geen kans op datgene wat we toch allemaal eigenlijk het liefste zouden willen doen met zo'n vrouw. Bovendien moet je erg oppassen. We vallen hier als Europeanen erg op en worden behoorlijk in de gaten gehouden. Voor je het weet doe je iets wat ze hier heel verboden vinden en word je het land uit gegooid.

Héél anders dan in Nigeria. Daar moet je de dames zo ongeveer van je afslaan. Toen ik in Kaduna de eerste keer een bar binnenging, wist ik niet wat me overkwam: binnen 30 seconden zat er al een in mijn oor te hijgen dat ze graag ......... en intussen zat ze al met haar handen..........

Ik geloof dat dit een brief voor boven de 18 aan het worden is. Laat ik het maar eens over wat anders hebben. Eerst maar even het (voor mij tenminste) grootste nieuws. Ons contract hier, dat tot december 1996 zou duren, wordt nu waarschijnlijk mei-juni 1995 beëindigd. Dan heb ik er net een jaar Bangladesh opzitten. Genoeg.

Ik zal jullie eens vertellen hoe het hier met het eten zit. Wel lekker eigenlijk. Zeker de eerste keer. Rijst natuurlijk, met groente, vlees/vis en een erwtensoepje om het smeuïg te maken. Het vervelende is alleen dat je dat 365 dagen per jaar 's middags + 's avonds krijgt. De Bangladeshi's eten zelfs ook nog rijst als ontbijt.
Wat ons als netjes opgevoede Europeanen bij het eten het meeste opvalt zijn de tafelmanieren en het bestek: geen, dat wil zeggen beide ontbreken.

Ze prakken met hun rechterhand alles lekker door elkaar en werken het dan met hun vingers naar binnen. In het begin was het even wennen, maar nu doe ik volop mee. Je moet wel als je ergens op bezoek bent. In de lokale restaurants krijg je ook geen bestek.
Met de handen eten vind ik eigenlijk wel leuk, maar een andere gewoonte vind ik minder aardig. Ze houden er nl van om voor en tijdens het eten van die rochelende, keelschrapende en boerende geluiden te maken. Heel vies.

Ze vinden het ook niet onbeleefd om met iemand te praten terwijl ze met een vinger in hun neus staan te boren of je recht in je gezicht boeren. Of met hun hand aan hun neus de snot eruit te blazen. Als het een beetje wil kan daar soms zomaar een theekopje vol uitkomen. Dat valt dan op de grond, de sliert die blijft hangen vegen ze met de hand af en die wordt dan aan de kleren afgeveegd. Het toppunt voor mij is als ze je daarna een hand geven.

De linker hand is vies. Die wordt nooit gebruikt om te eten want daar vegen ze hun kont mee af.

Ik denk dat Ben zich hier echt thuis zou voelen, al moet ik zeggen dat ik nog nooit iemand een scheet heb horen laten, behalve mezelf dan, want als iedereen zo goor doet, waarom zou ik me dan inhouden? Dus: ongegeneerd peuteren en scheten laten.

Ik weet ook niet hoe het komt dat deze brief maar geen niveau krijgt. Laat ik het maar eens over cultuur hebben. Een tijdje geleden ben ik in Dhaka in een kunstacademie geweest. Dansen, muziek, zang en schilderen. Ik liep er zomaar binnen en was meteen eregast en werd overal rondgeleid. Een erg verfrissende ervaring tussen de algemene dagelijkse mufheid in dit land.

In Rangpur was pas een toneelopvoering door leerlingen van een meisjesschool. Daar ben ik naar toe geweest. Ook fantastisch, al verstond ik er natuurlijk niets van. Rijp voor Hollywood. Ze zijn hier allemaal verbaal erg begaafd. Praten als brugman met schitterende theatrale gebaren.

Ze schijnen hier maar twee muziekinstrumenten te kennen. Het eerste is een primitief harmonium, zo groot als een accordeon. Het ding is van hout en ligt plat op tafel. De wind wordt gemaakt door de scharnierende achterkant met een hand op en neer te bewegen. Het tweede instrument is een simpele trom, zo groot als een soepkom. Daar hebben ze er altijd twee van die met de vingers worden betromd.
Het belangrijkste instrument is echter de zangstem. De zanger(es) speelt zelf het harmonium en wordt begeleid door de percussionist.

Het is hier nu het mooiste weer dat je je kunt voorstellen: zo'n 25 graden, blauwe lucht, een zacht briesje, wuivende palmen, kleurig geklede prachtige bruine vrouwen, exotisch fruit, schitterende vogels. Ik kan me voorstellen hoe het in november in Nederland is: nat, koud, storm, vervelend, ellendig, miserabel, deprimerend, akelig en zo zou ik nog wel even door kunnen gaan.

Ik heb een tijdje een kat gehad, maar daar kon ik me toch niet zo aan hechten. Na een paar weken heb ik haar aan de buren gegeven. Als ik niet zo vaak weg was zou ik misschien wel een hond nemen. Het zijn hier allemaal een wild soort honden. 'n Maatje kleiner dan bv een herder maar wel steviger. De kleur is gelig of zwart. Als je een kleur kunt zien tenminste want vaak zie je alleen maar grijs: schurft. Je ziet maar zelden dat iemand een hond als huisdier heeft. Het zijn meest zwerfhonden die overal in de stad rondschooien en ze zien er meestal afschuwelijk uit: vol littekens, wonden en gezwellen.
Katten zie je veel minder. Die zien er wel normaal uit. Kunnen blijkbaar toch beter voor zichzelf zorgen dan honden.

Paarden en ezels zie je hier niet. Wel veel koeien, schapen en geiten. En waterbuffels, grote sterke dieren, heel rustig en volgzaam. Die worden gebruikt om het land te ploegen en om de kar te trekken. Zo'n kar heeft een trekboom met aan beide kanten een buffel. Vooraan zit een dwarsbalk en die wordt op de nek van de buffels gelegd. Waar die dwarsbalk ligt is de hele nek één grote eeltplek. Ik kan me voorstellen dat het geen lolletje is voor die buffels. Maar ja, dierenbescherming bestaat hier niet.
Mensenbescherming ook niet trouwens. Er wordt wat afgeleden in dit land. Alleen al in Rangpur duizenden daklozen die zich in leven houden met bedelen en van wat ze tussen het afval vinden. Vaak vrouwen met een paar kleine kinderen. Als je hier pas bent, heb je steeds de neiging om je portemonee te trekken en ze een paar gulden te geven. Maar ja, dat helpt ze maar een paar dagen, dus daar schieten ze ook niet echt mee op.

Ik weet dus nu niet wanneer ik weer naar Nederland kom. Mijn oorspronkelijke bedoeling was om in april even te komen, maar als het in mei-juni hier afgelopen is dan heeft dat eigenlijk weinig zin.
Maar eens zien waar ik dan terecht kom. Vietnam of Indonesië zou mijn voorkeur hebben. Oost-afrika of Zuid Amerika zou ook niet gek zijn.
Ik durf er bijna niet aan te denken, maar ze zijn op kantoor ook bezig met een offerte voor Jamaica. Maar het zal wel Pakistan of zoiets worden ben ik bang. Dat heeft in elk geval nog het voordeel dat ze er schitterende bergen hebben. Bangladesh heeft maar één voordeel: dat er zo'n mooie landen rondomheen liggen.

Deze week heb ik het gemakkelijkste examen van mijn leven gehad: voor mijn rijbewijs. Ik rij al 4 maanden met een oefenrijbewijs, maar voor ik het echte kreeg moest ik eerst een examen afleggen. De examinator zat in een hok in een overheidskantoor, donker, stoffig, de ramen zo smerig dat er nauwelijks licht door kwam. Er stond wel een computer, maar ik had niet het idee dat die ooit een seconde aan had gestaan. De examinator sprak maar een paar woorden Engels en had maar één boek: de verkeersregels. Het hele examen bestond uit het noemen van de betekenis van 4 verkeersborden en wat het werkelijk gemakkelijk maakte was dat de betekenis er in het Engels boven stond. Alles wat ik moest doen was lezen. Een makkie dus en het mooiste is nog dat ik er het motorrijbewijs, waar ik in Nederland zoveel moeite voor heb gedaan, gratis bij krijg. Ik weet niet of het zal lukken, maar met wat hulp van de ambassade hier kan ik het tzt misschien inruilen voor een Nederlands rijbewijs.

Voor ik het oefenbewijs kreeg, moest ik ook een medische test ondergaan. Die bestond uit het beantwoorden van een paar vragen en het aanwijzen van een lichamelijk herkenningsteken. We moesten even zoeken, maar vonden toch wat: een moedervlekje op mijn rechterbeen. Ik heb nu dus een officiëel geregistreerd moedervlekje.
De dokter, aardige man met een vreemde voornaam: Fazlul, wilde ook nog weten of ik misschien kleurenblind was en had daar een zeer origineel testapparaat voor: zijn zwarte pen. En toen ik bevestigde dat die hardstikke zwart was, kon hij noteren dat er niets aan mijn ogen mankeerde.

Dat was dus lachen. Helaas is hier verder niet veel om over te lachen. Het hele land is een beetje murw, behalve beleefde glimlachjes zie je maar heel zelden iemand echt lachen hier.

Ik geloof trouwens ook niet dat er in dit land ook maar één persoon voor een echt rijexamen zou slagen. Geen verkeersregels hier, alles kris-kras door elkaar en alleen het recht van de sterkste. Dat zijn de bussen en die blazen dus ieder ander de berm in. Dat is echt uitkijken. Buschauffeurs zijn idioten. Ze rijden met snelheden van soms wel 120 km over die smalle, hobbelige wegen. De meeste bussen zitten stampvol, niet alleen van binnen maar ook bovenop en bovendien hangt er meestal nog een trosje mensen buiten aan. Elke dag verongelukt er wel ergens een.

Ik rij in een Landrover. Die komen op de derde plaats. Dat wil zeggen, bussen of vrachtwagens in aantocht: afremmen en de berm in. En bij alle andere verkeer: van de weg af toeteren. Iedereen is totaal onberekenbaar, je moet er op voorbereid zijn dat mensen zonder te kijken van richting veranderen, oversteken, tegen het verkeer in rijden, bochten afsnijden, inhalen zonder wat te zien etc etc, en dan heb je nog verkeersdeelnemers als honden, schapen, koeien en geiten die zich ook niet aan de regels houden. Vooral voor mij als westerling is het echt uitkijken want de tweede verkeersregel hier is: de westerling krijgt altijd de schuld. En dat kan gevaarlijk worden, iedereen wordt hysterisch als er bloed vloeit. Dat moet meteen óf betaald óf gewroken worden. Een collega heeft een keer van nabij meegemaakt dat een auto een kind doodreed en wist te ontkomen. De plaatselijke bevolking was echter totaal door het dolle heen en wilde bloed zien, kon niet schelen wiens bloed. Dus werd de volgende auto gestopt, de nietsvermoedende chauffeur er uitgesleept, doodgeslagen en de auto in brand gestoken.

Meestal rijd ik dus niet zelf maar laat me rijden door mijn chauffeur. Een echte milimeterartiest. Nou moeten jullie niet denken dat ik constant in levensgevaar ben, althans dat gevoel heb ik helemaal niet. Maar anders is het wel hier.

Wat ik ook mis hier is sport. Er ligt een tennisbaan naast mijn huis maar ik heb geen partner. Buiten lopen gaat niet, dat vinden ze hier zó belachelijk dat iedereen zijn hut uitrent en komt kijken en niet meer bij komt van het lachen. Ik heb het een paar keer geprobeerd maar dat is niet leuk.
Ik woon op een ommuurd terrein en de enige sport die ik kan doen is een keer of wat op en neer rennen naar de poort, ca 250 m van mijn voordeur af.

Het klinkt allemaal nogal negatief geloof ik, maar ik moet wel zeggen dat ik enorm veel lol in mijn werk heb. Dat is zo leuk, afwisselend, spannend en voldoening gevend dat het bijna helemaal opweegt tegen het saaie bestaan hier.

Ja, bergen, die mis ik hier ook. Bijna het hele land is zo plat als een dubbeltje. Niet dat het lelijk is: grote groene vlakten met rijstvelden, hier een daar een iets hoger gelegen dorpje met bananen- en kokospalmen, bamboebosjes en bamboehutten met strodaken. Er tussendoor meanderen duizenden rivieren. De grootste, de Jamuna en de Megna (in India resp. Brahmaputra en Ganges geheten) zijn echt ongelooflijk breed. Als je maar met een half oog kijkt, dan lijkt het landschap wel wat op Holland.
Alleen hebben we er beter weer bij, haha. Ik kan me precies voorstellen hoe het nu is in Holland: guur, nat, koud, grijs en vervelend. En hier is het heerlijk, lekker, droog, blauw en fijn. Het is hier ook winter, maar dat betekent juist heerlijk weer. Alleen 's nachts wordt het steeds kouder. December-Februari kan het bijna tot het vriespunt dalen. Veel daklozen overleven die nachten niet.
Het is ten hemel schreiend wat je voor een ellende ziet: duizenden dakloze zwervers, vaak vrouwen met een paar kleine kindjes, oudjes, kreupelen, verlamden, blinden, mismaakten, mensen zonder benen, die zich alleen door het stof rollend voort kunnen bewegen. En op een of andere manier overleven die toch.
Maar ook de mensen die nog wel een "huis" hebben lijden vaak bittere armoe. Een landarbeider of bv een wegenbouwarbeider zoals ze op mijn project werken, verdient met een hele dag, 12 uur lang zich in de hete zon afbeulen misschien f 1,35. Een gezin kan zich daar alleen maar droge rijst van permitteren, geen groente, laat staan vlees.

Een Nederlandse bijstandsmoeder is volgens de Bangladeshi standaard echt schatrijk.

Brief 1 uit Rangpur, Bangladesh, 17 november 1994

Laat ik nog maar eens een briefje tekstverwerken. Ik zit een avondje thuis vanwege een griepje. Niets ergs, een beetje koorts en wat hoofdpijn. Eigenlijk meer een verkoudheid.

Komt door het weer. Tot voor kort was het erg heet, maar sinds begin november wordt het hier in het noorden steeds kouder. Overdag schitterend weer, maar 's nachts daalt het tot pakweg 15 graden.
In december-februari kan het 's nachts wel 5 graden worden. Daar zijn jullie natuurlijk niet van onder de indruk, maar voor hier is dat koud. Vooral voor de daklozen en daar zijn er in Rangpur alleen al duizenden van.
In het zuiden van Bangladesh blijft het warm, dag en nacht en omdat ik eergisteren weer eens vanuit Dhaka ben komen invliegen, heb ik door het temperatuursverschil even de "klets weg" gekregen.

De Himalaya is hier vlak bij, minder dan 100 km. En daarachter ligt Tibet en Siberië. Daar is het natuurlijk erg koud nu. De vogels van daarginds komen nu hier overwinteren en voor een vogelbespieder als ik is dat smullen. Hele zwermen wielewaals bv, vogels die in Nederland zo zeldzaam zijn dat een ornitholoog (zoek maar op) bij wijze van spreken al opgewonden raakt als iemand hem vertelt dat hij iemand kent wiens opa er in 1928 een gezien heeft.

Een beetje overdreven natuurlijk, om het belang van de wielewaal duidelijk te maken, want ik schat jullie in als echte vogelbarbaren wier kennis van de avifauna (opzoeken) niet verder reikt dan mussen, kippen en eenden.

Ik mis hier werkelijk bijna alles wat het leven een beetje leuk maakt: natuur, cultuur, sport, uitgaansleven, vrouwen. Vrouwen zijn er natuurlijk zat, en ook nog eens erg mooi, maar de Islam legt hier zware restricties op. Behalve in bordelen (die schijnen er te zijn, al heb ik er nog geen gezien, zal wel erg in het geniep plaats vinden) krijg je niet de kans om met een vrouw nader contact te krijgen. Daar is dan altijd tenminste een broer bij. Als je wat meer wilt dan elkaar van een afstandje een beetje be-glimlachen dan moet je eerst trouwen en dat vind ik nou weer wat overdreven. Eerst uitproberen is er niet bij.

Een voordeel is wel dat je hier bij een vrouw geld toe krijgt. Heel anders dan in Afrika want daar moet je er voor betalen. Maar hier wordt een vrouw als zó iets minderwaardigs beschouwd dat haar familie je dankbaar is als je ze meeneemt. Weer een mond minder om te voeden.

Dat systeem van de dowry (bruidsschat) is officieel verboden, maar vindt wel op grote schaal plaats. Het leidt ook vaak tot schrijnende toestanden. De familie kan de dowry meestal niet in één keer betalen en belooft "afbetaling". De echtgenoot wil na een tijdje geld zien en stuurt zijn vrouw naar haar familie om het op te halen. Die hebben niets en sturen haar weer weg. De echtgenoot slaat haar in elkaar en stuurt ze terug, etc etc. Je ziet regelmatig dat vrouwen door hun echtgenoten worden doodgeslagen vanwege de dowry. En nog vaker lees je dat vrouwen die tussen twee vuren zitten, geen uitweg meer zien en zelfmoord plegen.

Er wordt wat afgeleden in dit land. Speciaal door de vrouwen. Ik heb vaak gedacht dat onze Nederlandse feministische dames hier eens moesten komen kijken. Dan zouden ze de positie van de vrouw in Europa misschien wat meer relativeren.

Laat ik eens over de honden hier vertellen (puur toevallig, geen connectie met het vorige onderwerp). Die zijn ook zielig, nog zieliger dan de vrouwen. Allemaal zwerfhonden natuurlijk. Je ziet ze overal liggen en rondschooien. Niemand voert ze. Ze eten wat ze op straat vinden en dat is erg karig kan ik vertellen want er wordt hier niets weggegooid wat eventueel nog eetbaar zou kunnen zijn. De kleur van de meeste honden is grijs: van de schurft. Ze zien er afschuwelijk uit, vol wonden en gezwellen. Nee, als je die hier gezien hebt dan neem je er niet zo gauw meer een als huisdier. Ze zijn ook erg stom, liggen half op de weg te slapen, met het gevolg dat er dus regelmatig een wordt doodgereden. Geloof maar niet dat iemand zo'n kadaver opruimt. Je kunt je dus voorstellen hoe dat er uitziet en hoe dat geurt na een paar dagen.

Hét transportmiddel in Bangladesh, zeker hier op het platteland, is de rickshaw: een driewielfiets met een bankje en een huifje. Duizenden en duizenden zijn er daar van en blokkeren vaak de straten. In de stad moet je daar met je auto als het ware doorheen waden. Met een beetje goede wil kunnen er twee Europeanen naast elkaar op het bankje zitten. Bangladeshi's zien dat echter anders, die passen er wel met vier of vijf in. Een keer heb ik er zeven geteld, al moet ik toegeven dat daar een paar kinderen bij waren. Ook worden ze voor vrachtvervoer gebruikt en ook dan is het ongelooflijk wat ze er in stouwen. Ik ben nog van plan een fotoserie te maken van volgestouwde rickshaws met meloenen, boomstammen, tabak, bakstenen, soms metershoog. Met die rickshawpullers heb ik trouwens ook te doen, die zijn meestal niet eigen baas over hun rickshaw maar huren hem van een zakenman, beulen zich de hele dag af op dat ding en hebben dan 's avonds misschien f 2,- verdiend. Net genoeg voor een gezin om te overleven. Maar ook niet meer dan dat.
Van de andere kant heb ik als automobilist een enorme hekel aan die rickshaws. Ze zijn totaal onberekenbaar in het verkeer en zijn zowel zo stom als een rund als zo brutaal als een hond.

Op de weg hier geldt maar één recht: het recht van de sterkste. De grootste gaat voor en dat zijn de bussen die als idioten door het land razen en alles wat ze tegenkomen de berm in jagen. Die zitten altijd volgeladen, van binnen en van buiten want meestal zit ook het dak vol en hangt er nog een trosje aan de buitenkant aan. Bijna dagelijks verongelukt er wel ergens een.

Je ziet hier nog relatief weinig auto's. Véél te duur en je kunt er relatief weinig mee doen omdat er maar weinig berijdbare wegen zijn. Als je hier een fiets hebt, dan ben je al een hele piet, en wie zich hier een brommer kan permitteren die heeft het helemaal gemaakt. Dat is zo ongeveer hetzelfde als wanneer je in Europa een Porsche hebt.

Ik hoor buiten allerlei opzwepende geluiden, er wordt weer volop "ge-miked". Als je het volk wat wilt meedelen, dan huur je een accu en een megafoon, je stapt met dat spul in een rickshaw, laat je door de stad rijden en brult continu je boodschap door die megafoon. Dat kan van alles zijn: reclame voor een film, de aankondiging van een staking maar meestal een opzwepende politiek boodschap. Het gaat er momenteel heet aan toe in Bangladesh. De oppositie zet alles op alles om de regering ten val te brengen, en dat niet in het parlement maar op straat. Stakingen zijn aan de orde van de dag. En die worden altijd opgevolgd, het hele openbare leven valt stil. Dat gaat namelijk met harde hand hier. Alle verkeer is verboden, als je toch op de weg komt, worden je ruiten ingegooid en als je dat liever niet hebt blijf je maar thuis. Winkels idem dito. Dus elke staking is altijd een sukses, elk klein splinterpartijtje kan het hele land lam leggen. Dat gebeurt dus ook regelmatig. Vorige week 3 dagen. Kosten voor de economie: 50 miljoen dollar per dag. En ze zijn al zo arm als een rat. Zonder buitenlandse hulp zou het zooitje meteen failliet zijn.

Wel opmerkelijk, als je nagaat wat een vrouw hier voorstelt, is dat zowel de minister-president als de oppositieleider vrouwen zijn. Dat komt in deze hoek van de wereld vaak voor: India, Sri Lanka, Pakistan, Filippijnen. Meestal komen die echter niet vanwege hun eigen verdienste in die positie, maar omdat ze weduwe of dochter zijn van een beroemde man. MP Khaleda Zia is de weduwe van meneer Zia, een zeer geliefde generaal/regeringsleider die in de tachtiger jaren is doodgeschoten. Oppositieleidster Sjeik Hasina is de dochter van wijlen Mujibur Rahman, de held uit de bevrijdingsoorlog, die in 1976 is vermoord.

Zo steken jullie toch nog aardig wat op van zo'n briefje van mij. Aardrijkskunde, geschiedenis, economie, biologie, sociologie, politicologie en culturele antropologie, noem maar op, alles zit erbij. Een paar van die brieven en je kunt een proefschrift over ZO Azië schrijven en promoveren.

Maar eerst zijn jullie nu eens aan de beurt. Vertel maar eens hoe het gaat: werk, huis, kinderen, tennis, squash, voetbal etc. Dan kan ik ook eens lachen.

dinsdag 9 juni 2009

Brief uit Argungu, Nigeria, 22 augustus 1993

Zo, ik kom net uit het restaurant. Lekker gegeten. De eerste gang was een bakje goor water met een vies bruin beest erin. Het bleek een vis te zijn. Gelukkig was hij al dood, en na de eerste schrik smaakte het allemaal nog goed ook. Culinaire hoogstandjes hoef je in Nigeria niet te verwachten en de bediening is helemaal catastrofaal. Ik had soep, rijst met kip, fruitsalade en daarna koffie besteld, en raad eens wat ik als eerste kreeg? De koffie dus.

Ik ben voorlopig verantwoordelijk voor het landmeten op ons project en op het moment ben ik met een Peugeot 504 Break (die worden hier nog nieuw gemaakt), 'n chauffeur en 2 landmeters onderweg in 'n paar noordelijke staten van het land, langs plaatsen als Kaura Namoda, Birnin-Kebbi en Zuru.
Mooie landschappen, prachtige lemen dorpen, veel kamelen en ander vee, mooie vrouwtjes, echte Afrikaanse tafereeltjes zoals b.v. een kerel op een brommer met een geit voor op de tank, kinderen die visjes en krekels hebben gevangen en die op een vuurtje roosteren enz enz. Daar geniet ik volop van.
Van mijn werk minder moet ik zeggen. Mr Bello, de chief-surveyor (zo noemt hij zich) waar ik mee moet samenwerken, is lui, stom, geschift, lelijk, dik, en een oplichter. Maar verder valt hij wel mee. Ik sta constant te brullen en te dreigen om hem onder de duim en aan het werk te houden.

Morgenavond ben ik weer terug in Kaduna (hoop ik), daar woon ik voorlopig met 3 collega's in een mooi huis in een mooie buitenwijk. We zijn van alle luxe voorzien en een kok/steward kookt, bedient, maakt schoon, wast, strijkt, maakt de bedden, doet boodschappen, heerlijk.

Auto's zijn duur hier. Er rijden veel gebruikte uit W. Europa rond, gewoon met een Hollands, Belgisch, Duits kenteken en opschriften als "Bakkerij Piet Smits". Als je voor f2000,-- een aardig japannertje zou kopen, en die door de Sahara hier naar toe zou rijden, zou je er zeker 80.000 Naira voor krijgen. Voor dat bedrag kun je wel een half jaar vakantie houden en nog een vliegticket terug naar huis kopen. Een Nigeriaans gezin leeft 3-4 jaar van zo'n bedrag. Voor de rest is Nigeria voor ons spotgoedkoop geworden. Officiële prijs benzine: 5ct/l, cola: 20 cent, 0.6 l bier: 75 ct, super-luxe hotel: f25,-/nacht. Nigerianen verdienen echter maar weinig, f100,--/maand is al een goed loon.
Genoeg over geld, dan nog maar even over het weer: regentijd, d.w.z. mooi zomerweer met af en toe 'n gigantische regendag (vandaag b.v.)

woensdag 3 juni 2009

The breeze of the fire

Kaduna, Nigeria, 1996. We woonden sinds kort in een grote koloniale bungalow met een tuin van minstens een hectare. Die tuin werd bijgehouden door Augustin, een vriendelijke, aardige jongen, ik mocht hem graag. Intelligent was hij ook, voor een tuinman tenminste, want hij zat in het bestuur van een vakbond.
Maar sinds we verhuisd waren naar dit huis met die grote tuin was er wat aan de hand met hem. Hij kon dat werk niet overzien, denk ik, het was teveel voor hem en hij deed soms vreemde dingen. Hij luisterde slecht, zaagde verkeerde takken af, schoffelde verkeerde planten om en ik had hem al een paar keer gewaarschuwd dat ik hem moest ontslaan als hij zo doorging.

Op een dag had hij alle dode bladeren en takken uit de hele tuin in een grote berg bij elkaar geharkt, rondom de stam van een papaya boom. Die boom zat vol vruchten, minstens twintig, ze waren bijna rijp en we verheugden ons al op de papaya's. Ik had die berg wel gezien en dacht dat hij hem met de kruiwagen ergens naar toe zou karren. Maar wat zag ik toen ik thuis kwam van mijn werk: die hoop takken en bladeren was aangestoken, de boom was dood, helemaal zwartgeblakerd en de papaya's waren verschroeid en verbrand.

Ik schreeuwde: "Augustin, waar ben je? Kom hier."

Daar kwam hij aangelopen, een onschuldige glimlach op zijn mond.

"Kijk eens hier wat je gedaan hebt, idioot. Hoe haal je het in je hoofd om die bladeren hier onder de boom te verbranden? Kijk eens, de boom is dood en alle papaya's zijn verbrand. Dit is het einde, je kunt vertrekken en ik trek die 20 papaya's van je laatste loon af."

"But it wasn't me sir, who did it."

Oh nee, wie was het dan godverdomme."

"It was the breeze of the fire sir."

Gloeiend was ik, en dat was het definitieve einde van zijn carrière als onze tuinman, maar van binnen moest ik wel lachen om dat stomme antwoord van die gekke Augustin.

Het was trouwens nog niet zo gemakkelijk om van hem af te komen. Hij rapporteerde me bij de politie en die kwamen me ophalen. Ik heb uren op het bureau doorgebracht. De politie is niet geïnteresseerd in recht of onrecht, in gelijk of ongelijk, ze willen maar één ding: geld. Augustin had ze gevraagd te helpen er nog wat extra geld uit te slepen tegen een vergoeding van 50% van de opbrengst. De politie vroeg voor de show nog even wat er aan de hand was en eiste vervolgens een hoge afkoopsom. Om er vanaf te zijn deed ik een tegenbod, hetgeen niet geaccepteerd werd, tot ik de agent vroeg om de zaak voor me te regelen en hem tegelijkertijd een paar biljetten toestopte. Toen draaiden de kansen plotseling, de arme Augustin werd apart genomen en te verstaan gegeven dat hij mij voortaan met rust moest laten, want anders .... Ik heb hem toch nog maar tot het einde van de maand betaald om hem de kans te geven om naar ander werk te gaan zoeken.

We denken nog regelmatig aan hem want "it was the breeze of the fire" is bij ons een standaard smoesje geworden.

Horse of whores?

Misverstanden leveren vaak de meest komische situaties op. Zoals dit misverstand, ergens in 1995 tussen mijn collega Rudolf en een dame van het KLM kantoor in Kano Nigeria.

Wat was het geval? We woonden in Kaduna en werkten aan een drinkwaterproject in het NW van Nigeria. Ergens in 1996 zou dat klaar zijn. Rudolf had een paard waar hij elke dag op reed en waar hij erg aan gehecht was en hij maakte zich al zorgen dat hij zijn trouwe viervoeter in Kaduna achter zou moeten laten. Hij wilde het graag meenemen naar huis in Nederland en belde maar eens met het KLM kantoor op het vliegveld van Kano voor informatie.

En dat gesprek verliep ongeveer zó.

"Good afternoon, this is Stephanie Adjojo, how can I help you?"

"Good afternoon Stephanie, my name is Rudolf. I have a question: when I leave Nigeria next year I would like to take my horse with me on a flight to Amsterdam. Is that possible?"

"Good afternoon Mr Rudolf, of course that is possible."

"That is good news, I am glad to hear that. How much would that cost me approximately?"

"That depends, how many are there?"

"How many? Just one!"

"Oh, I must have misunderstood you, I thought there were more than one. Which class would you want her to fly?"

"Do you have different classes then?"

"Yes, we offer economy, business class and first class on the flight to Amsterdam."

"Business class for horses???"

"Aaahh, now I understand, you are talking about a horse! An animal! No, sorry, we don't transport horses on that flight. Have a nice day."

En daarmee hing ze op. Langzaam drong het misverstand tot Rudolf door, dat de KLM dame de hele tijd gedacht had dat hij een pooier was die zijn whores, zijn hoeren, mee naar Amsterdam wilde nemen.