zaterdag 13 juni 2009

Brief uit Kaduna, Nigeria, 4 november 1995

Ik zit sinds half augustus weer in het goede oude Kaduna, ergens in het midden van Nigeria. Het is zaterdagavond half negen, een lekkere koele avond, en ik zit te tikken op de veranda. Links van me staat een vogelkooi met daarin drie kleine papegaaitjes die van kwaadheid tegen me zitten te grommen. Ik stoor hun nachtrust denk ik. In hun hok achter in de tuin, vlak bij de bananenplantage slapen vredig de kippen en parelhoenders (nadat ze de afgelopen nacht zijn aangevallen door vleesetende mieren, die er één van kant gemaakt hebben, maar de tuinman heeft vanmorgen het mierennest uitgeroeid) en het paard dat ik vandaag gekocht heb staat nog wat gras te knabbelen onder de grapefruitboom. De hond ligt trouw te waken voor de poort en mijn echtgenote is bezig een campari-soda voor me klaar te maken. Mijn job hier is enorm leuk om te doen, we hebben een gezellig team hier, Kaduna is een prima stad, je zou kunnen zeggen dat ik volmaakt gelukkig ben hier. Maar eens zien hoe lang het duurt voor er door iemand of door iets roet in het eten wordt gegooid. Zo, even een deken over de papegaaiekooi gegooid. Dat gegrom van die beesten gaat me op mijn zenuwen. Alles in Afrika is groot, de olifanten en de leeuwen natuurlijk, de slakken, bijen, vlinders, wespen, kortom alle insekten, de vleermuizen enz enz, alleen de muizen en ratten zijn kleiner dan bij ons (jullie). Er lopen hier een paar ratten over de veranda die maar iets groter zijn dan onze muizen en er loopt ook het schattigste muisje rond dat je je kunt voorstellen, zo groot als een meikever, met een klein staartje, zacht velletje, spits snuitje en lieve kraaloogjes. Ze komen 's avonds om het voer te vreten dat de papegaaien geknoeid hebben en ik zit ze dus in de weg. Ik wilde vandaag voor het eerst een stukje op mijn paard gaan rijden, maar ik wist niet hoe het bit/hoofdstel/teugels er op moet. En wat erger was: mijn paardeknecht wist het ook niet. Morgen toch maar een andere zoeken. Ja, die mieren dat zijn moordenaars hier. Bij een collega hebben ze de afgelopen nacht twee vogels in zijn volière gedood en helemaal opgevreten. Was vanmorgen alleen een geraamte van over. Zelfs zijn paarden heeft hij moeten evacueren uit de stallen omdat ze daar aangevallen werden. Ik heb wilde collega's hier. Die met die vogels dat was een wilde, maar het gekste heeft toch een 66-jarige kerel het gemaakt. D., een gepensioneerde die af en toe free lance voor ons werkt. Een tijdlang elke nacht een andere jonge meid, daarna vaste verkering met trouwplannen maar toen ze eens één keer 's avonds niet van bil wilde, schopte hij haar er meteen uit. Tenminste dat dacht hij. Maar die dames hier zijn wild en kunnen fanatiek vechten. En het heeft D. dus gebroken flessen, kapot meubilair, een gebroken autoruit, $1500 plus tienduizenden Naira's afkoopsom en emmers angstzweet gekost voordat Linda zich liet afschepen. De volgende dag had D. een nieuwe 20-jarige meid van straat opgepikt, maar wat het voor het bedrijf genant maakt was dat hij haar meenam op dienstreizen en haar aan (vaak zeer islamitische) directeuren van waterleidingbedrijven etc als zijn verloofde voorstelde. De verleiding is ook groot hier, de vrouwen zijn prachtig en bijna allemaal, zelfs schoolmeisjes van 12 jaar al, kijken je met lonkende, uitdagende blikken aan. Als Bature (witneus) ben je hier voor elke dame een aantrekkelijke kandidaat en vergevorderde leeftijd, kwabbelbuik, spataderen, kale kop, houten poot, glazen oog, loop-oor, zakbreuk, zeepknie, jubelteen, kalknagel, vergevorderde seniliteit en noem maar op wat een man nog allemaal aan lichte mankementen kan hebben, spelen daarbij geen enkele rol. Geld is geld en dat stinkt niet. Je loopt hier als man een grote kans een volkomen misplaatst meerderwaardigheidsgevoel op te lopen. Maar gelukkig wordt dat in mijn geval o.a. door jou af en toe weer rechtgezet. Ik heb nu al twee stewards versleten. De eerste had ik nog van een vertrokken collega overgenomen, Simon, een brave jongen, maar helaas té stom en geen enkel idee hoe een Bature het allemaal wil hebben in huis. Mijn collega heeft een Nigeriaanse vrouw en ten eerste kookte en regelde die alles zelf en had alleen een hulpje nodig en ten tweede kon die alleen overweg met een 100% onderdanig type, die niet nadacht maar blindelings deed wat zij zei. Maar bij mij moest hij o.a ook boodschappen doen en dan moet je toch soms nadenken en dat lukte niet zo best. Deed precies dat wat ik hem verteld had om nou net niet te doen. Kwam bv met 200 maggiblokjes en 50 komkommers van de markt thuis en als ik zei "vandaag geen vis, Simon, koop liever maar eens een lekkere kip", dan kwam hij gegarandeerd met een grote vis thuis. Daar was echt geen eer aan te behalen. Maar zijn vrouw Amina vond ik zo mogelijk nog erger. Omdat Simon dat niet kan, kwam zij 's avonds koken en ze vond het zó geweldig leuk om in het huis van een Bature te mogen koken, dat ze continu een enorme smile om zich heenstraalde en dan vervolgens met een gelukzalige glimlach de grootste rotzooi serveerde. En als ik dan zei: "Amina, dit ziet er wel lekker uit, je hebt wel je best gedaan maar het is zó zout dat ik het niet kan eten", dan bleef ze me met die idiote zevende hemel lach aanstralen en zei "sorry sir" maar dat maakte helemaal geen indruk op haar. De tweede was prima, goede kok en manager, wist precies hoe hij een huishouding moet runnen, alleen ... hij stal en dat moet ik toch ook niet hebben. De derde heet weer Simon. Kookt lekker, poetst alles schoon, wast en strijkt prima, is beleefd en zo maar .... heeft ook al twee keer geld gestolen. Heeft dus alweer de laatste waarschuwing gehad. Liegen, bedriegen, oplichten en stelen, daar zijn ze erg goed in hier. Maar daar staat ook veel vrolijkheid, levenslust, gastvrijheid, ruimhartigheid etc etc tegenover, dus per saldo ben ik hartstikke blij dat ik hier zit en niet in dat saaie, kleinzielige, benepen, kleinburgerlijke Bangladesh. Ik heb nog nooit de Sahara zo goed kunnen zien als bij deze reis. Ongelooflijk hoe groot die is. Je schiet er met een vaart van duizend km/u overheen en dan nog duurt het uren: alleen maar geel/bruin zand met hier en daar een rots. Ik kom net terug van een reis van 2 dagen door het noorden van het land. Katsina en Daura, zoek maar eens op waar dat ligt. Ik moet veel reizen hier. Té veel. Die afstanden zijn vreselijk. 7 Uur rijden voor een vergadering zoals nu bv en dan de volgende dag weer terug. We hebben Peugeots 504. Die worden hier nog nieuw gemaakt. Vergeleken met de auto's in Europa zijn het boerekarren maar ze zijn wel degelijk en je krijgt er alle onderdelen voor. Gelukkig zit er airconditioning in anders zou je compleet gaar worden. Kaduna heeft nog wel een aardig klimaat, vooral in de regentijd (die nu op zijn einde loopt) maar het noorden van Nigeria wordt al wat woestijnachtig en daar kan het gloeiend zijn. Je gelooft je ogen niet als je ziet wat hier allemaal aan gammele, scheve, verrotte, roestige wrakken rondrijdt. En daar zitten dan niet zoals bij ons 4 mensen in, maar 10 of zo. Benzine is vorig jaar in één keer 15x zo duur geworden en kost nu 22 cent per liter. Dus dat die 504's zo'n 1 op 6 lopen is geen probleem. Maar voor de mensen hier is het wel een probleem. De economie blijft achteruit hollen, alles wordt veel duurder zodat ze met hun inkomens steeds minder kunnen doen. Het inkomen van een arbeider is trouwens nog geen gulden per dag. Mijn guards krijgen f20 en de kok die ik nu heb krijgt het super-inkomen van f56 per maand. Onze Nigeriaanse ingenieurs krijgen zelfs nog minder, tussen de 30 en 50 gulden. En toch blijven ze er altijd vrolijk bij. Dat vind ik nog het mooiste van dit land, de opgewekte, vriendelijke, gastvrije gezichten die je overal ziet, vooral in de dorpen. Ik ben hier meteen lid geworden van een fitnessclub. Daar beul ik me een keer of 3 per week af, gevolgd door een sauna, borrelbad en/of een massage. Er is bijna geen sport te bedenken die je hier niet kunt doen. Behalve skiën dan.

Brief 2 uit Rangpur, Bangladesh, 17 november 1994

Alles goed met jullie? Hoe het mij gaat? Prima. Op het moment even een verkoudheid maar dat gaat wel weer over.
Ik heb ontzettend veel lol in mijn werk, maar mijn privéleven hier is gewoon klote: geen natuur, geen cultuur, geen uitgaansleven, geen sport en geen vrouwen. Dat wil zeggen, niet van dichtbij. Ik heb er al een paar keer eentje op bezoek gehad en ben ermee naar het stadstheater geweest, maar: altijd minstens één broer erbij. Geen kans op datgene wat we toch allemaal eigenlijk het liefste zouden willen doen met zo'n vrouw. Bovendien moet je erg oppassen. We vallen hier als Europeanen erg op en worden behoorlijk in de gaten gehouden. Voor je het weet doe je iets wat ze hier heel verboden vinden en word je het land uit gegooid.

Héél anders dan in Nigeria. Daar moet je de dames zo ongeveer van je afslaan. Toen ik in Kaduna de eerste keer een bar binnenging, wist ik niet wat me overkwam: binnen 30 seconden zat er al een in mijn oor te hijgen dat ze graag ......... en intussen zat ze al met haar handen..........

Ik geloof dat dit een brief voor boven de 18 aan het worden is. Laat ik het maar eens over wat anders hebben. Eerst maar even het (voor mij tenminste) grootste nieuws. Ons contract hier, dat tot december 1996 zou duren, wordt nu waarschijnlijk mei-juni 1995 beëindigd. Dan heb ik er net een jaar Bangladesh opzitten. Genoeg.

Ik zal jullie eens vertellen hoe het hier met het eten zit. Wel lekker eigenlijk. Zeker de eerste keer. Rijst natuurlijk, met groente, vlees/vis en een erwtensoepje om het smeuïg te maken. Het vervelende is alleen dat je dat 365 dagen per jaar 's middags + 's avonds krijgt. De Bangladeshi's eten zelfs ook nog rijst als ontbijt.
Wat ons als netjes opgevoede Europeanen bij het eten het meeste opvalt zijn de tafelmanieren en het bestek: geen, dat wil zeggen beide ontbreken.

Ze prakken met hun rechterhand alles lekker door elkaar en werken het dan met hun vingers naar binnen. In het begin was het even wennen, maar nu doe ik volop mee. Je moet wel als je ergens op bezoek bent. In de lokale restaurants krijg je ook geen bestek.
Met de handen eten vind ik eigenlijk wel leuk, maar een andere gewoonte vind ik minder aardig. Ze houden er nl van om voor en tijdens het eten van die rochelende, keelschrapende en boerende geluiden te maken. Heel vies.

Ze vinden het ook niet onbeleefd om met iemand te praten terwijl ze met een vinger in hun neus staan te boren of je recht in je gezicht boeren. Of met hun hand aan hun neus de snot eruit te blazen. Als het een beetje wil kan daar soms zomaar een theekopje vol uitkomen. Dat valt dan op de grond, de sliert die blijft hangen vegen ze met de hand af en die wordt dan aan de kleren afgeveegd. Het toppunt voor mij is als ze je daarna een hand geven.

De linker hand is vies. Die wordt nooit gebruikt om te eten want daar vegen ze hun kont mee af.

Ik denk dat Ben zich hier echt thuis zou voelen, al moet ik zeggen dat ik nog nooit iemand een scheet heb horen laten, behalve mezelf dan, want als iedereen zo goor doet, waarom zou ik me dan inhouden? Dus: ongegeneerd peuteren en scheten laten.

Ik weet ook niet hoe het komt dat deze brief maar geen niveau krijgt. Laat ik het maar eens over cultuur hebben. Een tijdje geleden ben ik in Dhaka in een kunstacademie geweest. Dansen, muziek, zang en schilderen. Ik liep er zomaar binnen en was meteen eregast en werd overal rondgeleid. Een erg verfrissende ervaring tussen de algemene dagelijkse mufheid in dit land.

In Rangpur was pas een toneelopvoering door leerlingen van een meisjesschool. Daar ben ik naar toe geweest. Ook fantastisch, al verstond ik er natuurlijk niets van. Rijp voor Hollywood. Ze zijn hier allemaal verbaal erg begaafd. Praten als brugman met schitterende theatrale gebaren.

Ze schijnen hier maar twee muziekinstrumenten te kennen. Het eerste is een primitief harmonium, zo groot als een accordeon. Het ding is van hout en ligt plat op tafel. De wind wordt gemaakt door de scharnierende achterkant met een hand op en neer te bewegen. Het tweede instrument is een simpele trom, zo groot als een soepkom. Daar hebben ze er altijd twee van die met de vingers worden betromd.
Het belangrijkste instrument is echter de zangstem. De zanger(es) speelt zelf het harmonium en wordt begeleid door de percussionist.

Het is hier nu het mooiste weer dat je je kunt voorstellen: zo'n 25 graden, blauwe lucht, een zacht briesje, wuivende palmen, kleurig geklede prachtige bruine vrouwen, exotisch fruit, schitterende vogels. Ik kan me voorstellen hoe het in november in Nederland is: nat, koud, storm, vervelend, ellendig, miserabel, deprimerend, akelig en zo zou ik nog wel even door kunnen gaan.

Ik heb een tijdje een kat gehad, maar daar kon ik me toch niet zo aan hechten. Na een paar weken heb ik haar aan de buren gegeven. Als ik niet zo vaak weg was zou ik misschien wel een hond nemen. Het zijn hier allemaal een wild soort honden. 'n Maatje kleiner dan bv een herder maar wel steviger. De kleur is gelig of zwart. Als je een kleur kunt zien tenminste want vaak zie je alleen maar grijs: schurft. Je ziet maar zelden dat iemand een hond als huisdier heeft. Het zijn meest zwerfhonden die overal in de stad rondschooien en ze zien er meestal afschuwelijk uit: vol littekens, wonden en gezwellen.
Katten zie je veel minder. Die zien er wel normaal uit. Kunnen blijkbaar toch beter voor zichzelf zorgen dan honden.

Paarden en ezels zie je hier niet. Wel veel koeien, schapen en geiten. En waterbuffels, grote sterke dieren, heel rustig en volgzaam. Die worden gebruikt om het land te ploegen en om de kar te trekken. Zo'n kar heeft een trekboom met aan beide kanten een buffel. Vooraan zit een dwarsbalk en die wordt op de nek van de buffels gelegd. Waar die dwarsbalk ligt is de hele nek één grote eeltplek. Ik kan me voorstellen dat het geen lolletje is voor die buffels. Maar ja, dierenbescherming bestaat hier niet.
Mensenbescherming ook niet trouwens. Er wordt wat afgeleden in dit land. Alleen al in Rangpur duizenden daklozen die zich in leven houden met bedelen en van wat ze tussen het afval vinden. Vaak vrouwen met een paar kleine kinderen. Als je hier pas bent, heb je steeds de neiging om je portemonee te trekken en ze een paar gulden te geven. Maar ja, dat helpt ze maar een paar dagen, dus daar schieten ze ook niet echt mee op.

Ik weet dus nu niet wanneer ik weer naar Nederland kom. Mijn oorspronkelijke bedoeling was om in april even te komen, maar als het in mei-juni hier afgelopen is dan heeft dat eigenlijk weinig zin.
Maar eens zien waar ik dan terecht kom. Vietnam of Indonesië zou mijn voorkeur hebben. Oost-afrika of Zuid Amerika zou ook niet gek zijn.
Ik durf er bijna niet aan te denken, maar ze zijn op kantoor ook bezig met een offerte voor Jamaica. Maar het zal wel Pakistan of zoiets worden ben ik bang. Dat heeft in elk geval nog het voordeel dat ze er schitterende bergen hebben. Bangladesh heeft maar één voordeel: dat er zo'n mooie landen rondomheen liggen.

Deze week heb ik het gemakkelijkste examen van mijn leven gehad: voor mijn rijbewijs. Ik rij al 4 maanden met een oefenrijbewijs, maar voor ik het echte kreeg moest ik eerst een examen afleggen. De examinator zat in een hok in een overheidskantoor, donker, stoffig, de ramen zo smerig dat er nauwelijks licht door kwam. Er stond wel een computer, maar ik had niet het idee dat die ooit een seconde aan had gestaan. De examinator sprak maar een paar woorden Engels en had maar één boek: de verkeersregels. Het hele examen bestond uit het noemen van de betekenis van 4 verkeersborden en wat het werkelijk gemakkelijk maakte was dat de betekenis er in het Engels boven stond. Alles wat ik moest doen was lezen. Een makkie dus en het mooiste is nog dat ik er het motorrijbewijs, waar ik in Nederland zoveel moeite voor heb gedaan, gratis bij krijg. Ik weet niet of het zal lukken, maar met wat hulp van de ambassade hier kan ik het tzt misschien inruilen voor een Nederlands rijbewijs.

Voor ik het oefenbewijs kreeg, moest ik ook een medische test ondergaan. Die bestond uit het beantwoorden van een paar vragen en het aanwijzen van een lichamelijk herkenningsteken. We moesten even zoeken, maar vonden toch wat: een moedervlekje op mijn rechterbeen. Ik heb nu dus een officiëel geregistreerd moedervlekje.
De dokter, aardige man met een vreemde voornaam: Fazlul, wilde ook nog weten of ik misschien kleurenblind was en had daar een zeer origineel testapparaat voor: zijn zwarte pen. En toen ik bevestigde dat die hardstikke zwart was, kon hij noteren dat er niets aan mijn ogen mankeerde.

Dat was dus lachen. Helaas is hier verder niet veel om over te lachen. Het hele land is een beetje murw, behalve beleefde glimlachjes zie je maar heel zelden iemand echt lachen hier.

Ik geloof trouwens ook niet dat er in dit land ook maar één persoon voor een echt rijexamen zou slagen. Geen verkeersregels hier, alles kris-kras door elkaar en alleen het recht van de sterkste. Dat zijn de bussen en die blazen dus ieder ander de berm in. Dat is echt uitkijken. Buschauffeurs zijn idioten. Ze rijden met snelheden van soms wel 120 km over die smalle, hobbelige wegen. De meeste bussen zitten stampvol, niet alleen van binnen maar ook bovenop en bovendien hangt er meestal nog een trosje mensen buiten aan. Elke dag verongelukt er wel ergens een.

Ik rij in een Landrover. Die komen op de derde plaats. Dat wil zeggen, bussen of vrachtwagens in aantocht: afremmen en de berm in. En bij alle andere verkeer: van de weg af toeteren. Iedereen is totaal onberekenbaar, je moet er op voorbereid zijn dat mensen zonder te kijken van richting veranderen, oversteken, tegen het verkeer in rijden, bochten afsnijden, inhalen zonder wat te zien etc etc, en dan heb je nog verkeersdeelnemers als honden, schapen, koeien en geiten die zich ook niet aan de regels houden. Vooral voor mij als westerling is het echt uitkijken want de tweede verkeersregel hier is: de westerling krijgt altijd de schuld. En dat kan gevaarlijk worden, iedereen wordt hysterisch als er bloed vloeit. Dat moet meteen óf betaald óf gewroken worden. Een collega heeft een keer van nabij meegemaakt dat een auto een kind doodreed en wist te ontkomen. De plaatselijke bevolking was echter totaal door het dolle heen en wilde bloed zien, kon niet schelen wiens bloed. Dus werd de volgende auto gestopt, de nietsvermoedende chauffeur er uitgesleept, doodgeslagen en de auto in brand gestoken.

Meestal rijd ik dus niet zelf maar laat me rijden door mijn chauffeur. Een echte milimeterartiest. Nou moeten jullie niet denken dat ik constant in levensgevaar ben, althans dat gevoel heb ik helemaal niet. Maar anders is het wel hier.

Wat ik ook mis hier is sport. Er ligt een tennisbaan naast mijn huis maar ik heb geen partner. Buiten lopen gaat niet, dat vinden ze hier zó belachelijk dat iedereen zijn hut uitrent en komt kijken en niet meer bij komt van het lachen. Ik heb het een paar keer geprobeerd maar dat is niet leuk.
Ik woon op een ommuurd terrein en de enige sport die ik kan doen is een keer of wat op en neer rennen naar de poort, ca 250 m van mijn voordeur af.

Het klinkt allemaal nogal negatief geloof ik, maar ik moet wel zeggen dat ik enorm veel lol in mijn werk heb. Dat is zo leuk, afwisselend, spannend en voldoening gevend dat het bijna helemaal opweegt tegen het saaie bestaan hier.

Ja, bergen, die mis ik hier ook. Bijna het hele land is zo plat als een dubbeltje. Niet dat het lelijk is: grote groene vlakten met rijstvelden, hier een daar een iets hoger gelegen dorpje met bananen- en kokospalmen, bamboebosjes en bamboehutten met strodaken. Er tussendoor meanderen duizenden rivieren. De grootste, de Jamuna en de Megna (in India resp. Brahmaputra en Ganges geheten) zijn echt ongelooflijk breed. Als je maar met een half oog kijkt, dan lijkt het landschap wel wat op Holland.
Alleen hebben we er beter weer bij, haha. Ik kan me precies voorstellen hoe het nu is in Holland: guur, nat, koud, grijs en vervelend. En hier is het heerlijk, lekker, droog, blauw en fijn. Het is hier ook winter, maar dat betekent juist heerlijk weer. Alleen 's nachts wordt het steeds kouder. December-Februari kan het bijna tot het vriespunt dalen. Veel daklozen overleven die nachten niet.
Het is ten hemel schreiend wat je voor een ellende ziet: duizenden dakloze zwervers, vaak vrouwen met een paar kleine kindjes, oudjes, kreupelen, verlamden, blinden, mismaakten, mensen zonder benen, die zich alleen door het stof rollend voort kunnen bewegen. En op een of andere manier overleven die toch.
Maar ook de mensen die nog wel een "huis" hebben lijden vaak bittere armoe. Een landarbeider of bv een wegenbouwarbeider zoals ze op mijn project werken, verdient met een hele dag, 12 uur lang zich in de hete zon afbeulen misschien f 1,35. Een gezin kan zich daar alleen maar droge rijst van permitteren, geen groente, laat staan vlees.

Een Nederlandse bijstandsmoeder is volgens de Bangladeshi standaard echt schatrijk.

Brief 1 uit Rangpur, Bangladesh, 17 november 1994

Laat ik nog maar eens een briefje tekstverwerken. Ik zit een avondje thuis vanwege een griepje. Niets ergs, een beetje koorts en wat hoofdpijn. Eigenlijk meer een verkoudheid.

Komt door het weer. Tot voor kort was het erg heet, maar sinds begin november wordt het hier in het noorden steeds kouder. Overdag schitterend weer, maar 's nachts daalt het tot pakweg 15 graden.
In december-februari kan het 's nachts wel 5 graden worden. Daar zijn jullie natuurlijk niet van onder de indruk, maar voor hier is dat koud. Vooral voor de daklozen en daar zijn er in Rangpur alleen al duizenden van.
In het zuiden van Bangladesh blijft het warm, dag en nacht en omdat ik eergisteren weer eens vanuit Dhaka ben komen invliegen, heb ik door het temperatuursverschil even de "klets weg" gekregen.

De Himalaya is hier vlak bij, minder dan 100 km. En daarachter ligt Tibet en Siberië. Daar is het natuurlijk erg koud nu. De vogels van daarginds komen nu hier overwinteren en voor een vogelbespieder als ik is dat smullen. Hele zwermen wielewaals bv, vogels die in Nederland zo zeldzaam zijn dat een ornitholoog (zoek maar op) bij wijze van spreken al opgewonden raakt als iemand hem vertelt dat hij iemand kent wiens opa er in 1928 een gezien heeft.

Een beetje overdreven natuurlijk, om het belang van de wielewaal duidelijk te maken, want ik schat jullie in als echte vogelbarbaren wier kennis van de avifauna (opzoeken) niet verder reikt dan mussen, kippen en eenden.

Ik mis hier werkelijk bijna alles wat het leven een beetje leuk maakt: natuur, cultuur, sport, uitgaansleven, vrouwen. Vrouwen zijn er natuurlijk zat, en ook nog eens erg mooi, maar de Islam legt hier zware restricties op. Behalve in bordelen (die schijnen er te zijn, al heb ik er nog geen gezien, zal wel erg in het geniep plaats vinden) krijg je niet de kans om met een vrouw nader contact te krijgen. Daar is dan altijd tenminste een broer bij. Als je wat meer wilt dan elkaar van een afstandje een beetje be-glimlachen dan moet je eerst trouwen en dat vind ik nou weer wat overdreven. Eerst uitproberen is er niet bij.

Een voordeel is wel dat je hier bij een vrouw geld toe krijgt. Heel anders dan in Afrika want daar moet je er voor betalen. Maar hier wordt een vrouw als zó iets minderwaardigs beschouwd dat haar familie je dankbaar is als je ze meeneemt. Weer een mond minder om te voeden.

Dat systeem van de dowry (bruidsschat) is officieel verboden, maar vindt wel op grote schaal plaats. Het leidt ook vaak tot schrijnende toestanden. De familie kan de dowry meestal niet in één keer betalen en belooft "afbetaling". De echtgenoot wil na een tijdje geld zien en stuurt zijn vrouw naar haar familie om het op te halen. Die hebben niets en sturen haar weer weg. De echtgenoot slaat haar in elkaar en stuurt ze terug, etc etc. Je ziet regelmatig dat vrouwen door hun echtgenoten worden doodgeslagen vanwege de dowry. En nog vaker lees je dat vrouwen die tussen twee vuren zitten, geen uitweg meer zien en zelfmoord plegen.

Er wordt wat afgeleden in dit land. Speciaal door de vrouwen. Ik heb vaak gedacht dat onze Nederlandse feministische dames hier eens moesten komen kijken. Dan zouden ze de positie van de vrouw in Europa misschien wat meer relativeren.

Laat ik eens over de honden hier vertellen (puur toevallig, geen connectie met het vorige onderwerp). Die zijn ook zielig, nog zieliger dan de vrouwen. Allemaal zwerfhonden natuurlijk. Je ziet ze overal liggen en rondschooien. Niemand voert ze. Ze eten wat ze op straat vinden en dat is erg karig kan ik vertellen want er wordt hier niets weggegooid wat eventueel nog eetbaar zou kunnen zijn. De kleur van de meeste honden is grijs: van de schurft. Ze zien er afschuwelijk uit, vol wonden en gezwellen. Nee, als je die hier gezien hebt dan neem je er niet zo gauw meer een als huisdier. Ze zijn ook erg stom, liggen half op de weg te slapen, met het gevolg dat er dus regelmatig een wordt doodgereden. Geloof maar niet dat iemand zo'n kadaver opruimt. Je kunt je dus voorstellen hoe dat er uitziet en hoe dat geurt na een paar dagen.

Hét transportmiddel in Bangladesh, zeker hier op het platteland, is de rickshaw: een driewielfiets met een bankje en een huifje. Duizenden en duizenden zijn er daar van en blokkeren vaak de straten. In de stad moet je daar met je auto als het ware doorheen waden. Met een beetje goede wil kunnen er twee Europeanen naast elkaar op het bankje zitten. Bangladeshi's zien dat echter anders, die passen er wel met vier of vijf in. Een keer heb ik er zeven geteld, al moet ik toegeven dat daar een paar kinderen bij waren. Ook worden ze voor vrachtvervoer gebruikt en ook dan is het ongelooflijk wat ze er in stouwen. Ik ben nog van plan een fotoserie te maken van volgestouwde rickshaws met meloenen, boomstammen, tabak, bakstenen, soms metershoog. Met die rickshawpullers heb ik trouwens ook te doen, die zijn meestal niet eigen baas over hun rickshaw maar huren hem van een zakenman, beulen zich de hele dag af op dat ding en hebben dan 's avonds misschien f 2,- verdiend. Net genoeg voor een gezin om te overleven. Maar ook niet meer dan dat.
Van de andere kant heb ik als automobilist een enorme hekel aan die rickshaws. Ze zijn totaal onberekenbaar in het verkeer en zijn zowel zo stom als een rund als zo brutaal als een hond.

Op de weg hier geldt maar één recht: het recht van de sterkste. De grootste gaat voor en dat zijn de bussen die als idioten door het land razen en alles wat ze tegenkomen de berm in jagen. Die zitten altijd volgeladen, van binnen en van buiten want meestal zit ook het dak vol en hangt er nog een trosje aan de buitenkant aan. Bijna dagelijks verongelukt er wel ergens een.

Je ziet hier nog relatief weinig auto's. Véél te duur en je kunt er relatief weinig mee doen omdat er maar weinig berijdbare wegen zijn. Als je hier een fiets hebt, dan ben je al een hele piet, en wie zich hier een brommer kan permitteren die heeft het helemaal gemaakt. Dat is zo ongeveer hetzelfde als wanneer je in Europa een Porsche hebt.

Ik hoor buiten allerlei opzwepende geluiden, er wordt weer volop "ge-miked". Als je het volk wat wilt meedelen, dan huur je een accu en een megafoon, je stapt met dat spul in een rickshaw, laat je door de stad rijden en brult continu je boodschap door die megafoon. Dat kan van alles zijn: reclame voor een film, de aankondiging van een staking maar meestal een opzwepende politiek boodschap. Het gaat er momenteel heet aan toe in Bangladesh. De oppositie zet alles op alles om de regering ten val te brengen, en dat niet in het parlement maar op straat. Stakingen zijn aan de orde van de dag. En die worden altijd opgevolgd, het hele openbare leven valt stil. Dat gaat namelijk met harde hand hier. Alle verkeer is verboden, als je toch op de weg komt, worden je ruiten ingegooid en als je dat liever niet hebt blijf je maar thuis. Winkels idem dito. Dus elke staking is altijd een sukses, elk klein splinterpartijtje kan het hele land lam leggen. Dat gebeurt dus ook regelmatig. Vorige week 3 dagen. Kosten voor de economie: 50 miljoen dollar per dag. En ze zijn al zo arm als een rat. Zonder buitenlandse hulp zou het zooitje meteen failliet zijn.

Wel opmerkelijk, als je nagaat wat een vrouw hier voorstelt, is dat zowel de minister-president als de oppositieleider vrouwen zijn. Dat komt in deze hoek van de wereld vaak voor: India, Sri Lanka, Pakistan, Filippijnen. Meestal komen die echter niet vanwege hun eigen verdienste in die positie, maar omdat ze weduwe of dochter zijn van een beroemde man. MP Khaleda Zia is de weduwe van meneer Zia, een zeer geliefde generaal/regeringsleider die in de tachtiger jaren is doodgeschoten. Oppositieleidster Sjeik Hasina is de dochter van wijlen Mujibur Rahman, de held uit de bevrijdingsoorlog, die in 1976 is vermoord.

Zo steken jullie toch nog aardig wat op van zo'n briefje van mij. Aardrijkskunde, geschiedenis, economie, biologie, sociologie, politicologie en culturele antropologie, noem maar op, alles zit erbij. Een paar van die brieven en je kunt een proefschrift over ZO Azië schrijven en promoveren.

Maar eerst zijn jullie nu eens aan de beurt. Vertel maar eens hoe het gaat: werk, huis, kinderen, tennis, squash, voetbal etc. Dan kan ik ook eens lachen.

dinsdag 9 juni 2009

Brief uit Argungu, Nigeria, 22 augustus 1993

Zo, ik kom net uit het restaurant. Lekker gegeten. De eerste gang was een bakje goor water met een vies bruin beest erin. Het bleek een vis te zijn. Gelukkig was hij al dood, en na de eerste schrik smaakte het allemaal nog goed ook. Culinaire hoogstandjes hoef je in Nigeria niet te verwachten en de bediening is helemaal catastrofaal. Ik had soep, rijst met kip, fruitsalade en daarna koffie besteld, en raad eens wat ik als eerste kreeg? De koffie dus.

Ik ben voorlopig verantwoordelijk voor het landmeten op ons project en op het moment ben ik met een Peugeot 504 Break (die worden hier nog nieuw gemaakt), 'n chauffeur en 2 landmeters onderweg in 'n paar noordelijke staten van het land, langs plaatsen als Kaura Namoda, Birnin-Kebbi en Zuru.
Mooie landschappen, prachtige lemen dorpen, veel kamelen en ander vee, mooie vrouwtjes, echte Afrikaanse tafereeltjes zoals b.v. een kerel op een brommer met een geit voor op de tank, kinderen die visjes en krekels hebben gevangen en die op een vuurtje roosteren enz enz. Daar geniet ik volop van.
Van mijn werk minder moet ik zeggen. Mr Bello, de chief-surveyor (zo noemt hij zich) waar ik mee moet samenwerken, is lui, stom, geschift, lelijk, dik, en een oplichter. Maar verder valt hij wel mee. Ik sta constant te brullen en te dreigen om hem onder de duim en aan het werk te houden.

Morgenavond ben ik weer terug in Kaduna (hoop ik), daar woon ik voorlopig met 3 collega's in een mooi huis in een mooie buitenwijk. We zijn van alle luxe voorzien en een kok/steward kookt, bedient, maakt schoon, wast, strijkt, maakt de bedden, doet boodschappen, heerlijk.

Auto's zijn duur hier. Er rijden veel gebruikte uit W. Europa rond, gewoon met een Hollands, Belgisch, Duits kenteken en opschriften als "Bakkerij Piet Smits". Als je voor f2000,-- een aardig japannertje zou kopen, en die door de Sahara hier naar toe zou rijden, zou je er zeker 80.000 Naira voor krijgen. Voor dat bedrag kun je wel een half jaar vakantie houden en nog een vliegticket terug naar huis kopen. Een Nigeriaans gezin leeft 3-4 jaar van zo'n bedrag. Voor de rest is Nigeria voor ons spotgoedkoop geworden. Officiële prijs benzine: 5ct/l, cola: 20 cent, 0.6 l bier: 75 ct, super-luxe hotel: f25,-/nacht. Nigerianen verdienen echter maar weinig, f100,--/maand is al een goed loon.
Genoeg over geld, dan nog maar even over het weer: regentijd, d.w.z. mooi zomerweer met af en toe 'n gigantische regendag (vandaag b.v.)

woensdag 3 juni 2009

The breeze of the fire

Kaduna, Nigeria, 1996. We woonden sinds kort in een grote koloniale bungalow met een tuin van minstens een hectare. Die tuin werd bijgehouden door Augustin, een vriendelijke, aardige jongen, ik mocht hem graag. Intelligent was hij ook, voor een tuinman tenminste, want hij zat in het bestuur van een vakbond.
Maar sinds we verhuisd waren naar dit huis met die grote tuin was er wat aan de hand met hem. Hij kon dat werk niet overzien, denk ik, het was teveel voor hem en hij deed soms vreemde dingen. Hij luisterde slecht, zaagde verkeerde takken af, schoffelde verkeerde planten om en ik had hem al een paar keer gewaarschuwd dat ik hem moest ontslaan als hij zo doorging.

Op een dag had hij alle dode bladeren en takken uit de hele tuin in een grote berg bij elkaar geharkt, rondom de stam van een papaya boom. Die boom zat vol vruchten, minstens twintig, ze waren bijna rijp en we verheugden ons al op de papaya's. Ik had die berg wel gezien en dacht dat hij hem met de kruiwagen ergens naar toe zou karren. Maar wat zag ik toen ik thuis kwam van mijn werk: die hoop takken en bladeren was aangestoken, de boom was dood, helemaal zwartgeblakerd en de papaya's waren verschroeid en verbrand.

Ik schreeuwde: "Augustin, waar ben je? Kom hier."

Daar kwam hij aangelopen, een onschuldige glimlach op zijn mond.

"Kijk eens hier wat je gedaan hebt, idioot. Hoe haal je het in je hoofd om die bladeren hier onder de boom te verbranden? Kijk eens, de boom is dood en alle papaya's zijn verbrand. Dit is het einde, je kunt vertrekken en ik trek die 20 papaya's van je laatste loon af."

"But it wasn't me sir, who did it."

Oh nee, wie was het dan godverdomme."

"It was the breeze of the fire sir."

Gloeiend was ik, en dat was het definitieve einde van zijn carrière als onze tuinman, maar van binnen moest ik wel lachen om dat stomme antwoord van die gekke Augustin.

Het was trouwens nog niet zo gemakkelijk om van hem af te komen. Hij rapporteerde me bij de politie en die kwamen me ophalen. Ik heb uren op het bureau doorgebracht. De politie is niet geïnteresseerd in recht of onrecht, in gelijk of ongelijk, ze willen maar één ding: geld. Augustin had ze gevraagd te helpen er nog wat extra geld uit te slepen tegen een vergoeding van 50% van de opbrengst. De politie vroeg voor de show nog even wat er aan de hand was en eiste vervolgens een hoge afkoopsom. Om er vanaf te zijn deed ik een tegenbod, hetgeen niet geaccepteerd werd, tot ik de agent vroeg om de zaak voor me te regelen en hem tegelijkertijd een paar biljetten toestopte. Toen draaiden de kansen plotseling, de arme Augustin werd apart genomen en te verstaan gegeven dat hij mij voortaan met rust moest laten, want anders .... Ik heb hem toch nog maar tot het einde van de maand betaald om hem de kans te geven om naar ander werk te gaan zoeken.

We denken nog regelmatig aan hem want "it was the breeze of the fire" is bij ons een standaard smoesje geworden.

Horse of whores?

Misverstanden leveren vaak de meest komische situaties op. Zoals dit misverstand, ergens in 1995 tussen mijn collega Rudolf en een dame van het KLM kantoor in Kano Nigeria.

Wat was het geval? We woonden in Kaduna en werkten aan een drinkwaterproject in het NW van Nigeria. Ergens in 1996 zou dat klaar zijn. Rudolf had een paard waar hij elke dag op reed en waar hij erg aan gehecht was en hij maakte zich al zorgen dat hij zijn trouwe viervoeter in Kaduna achter zou moeten laten. Hij wilde het graag meenemen naar huis in Nederland en belde maar eens met het KLM kantoor op het vliegveld van Kano voor informatie.

En dat gesprek verliep ongeveer zó.

"Good afternoon, this is Stephanie Adjojo, how can I help you?"

"Good afternoon Stephanie, my name is Rudolf. I have a question: when I leave Nigeria next year I would like to take my horse with me on a flight to Amsterdam. Is that possible?"

"Good afternoon Mr Rudolf, of course that is possible."

"That is good news, I am glad to hear that. How much would that cost me approximately?"

"That depends, how many are there?"

"How many? Just one!"

"Oh, I must have misunderstood you, I thought there were more than one. Which class would you want her to fly?"

"Do you have different classes then?"

"Yes, we offer economy, business class and first class on the flight to Amsterdam."

"Business class for horses???"

"Aaahh, now I understand, you are talking about a horse! An animal! No, sorry, we don't transport horses on that flight. Have a nice day."

En daarmee hing ze op. Langzaam drong het misverstand tot Rudolf door, dat de KLM dame de hele tijd gedacht had dat hij een pooier was die zijn whores, zijn hoeren, mee naar Amsterdam wilde nemen.